Thailand top 5

In een groepje en met je gids voorop fiets je door smalle straatjes en steegjes. Door een poortje, langs een verborgen tempel of lokale markt, ja soms bijna letterlijk door iemands werkplaats of huiskamer.  

Je trapt door de backstreets of Bangkok, op luttele afstand van het voorbijrazende maar nog nauwelijks hoorbare verkeer. Dan steek je aan de rand van de stad per boot de Chao Praya over en fietst over smalle paden en vlonders door een tropisch groen landschap. 

Fruitplantages, typisch Thaise huizen en tempels met glimmend gouden daken, geen files maar zingende vogels en een welgemeend ‘hello’: dit is Bangkok the local way.

Fan van Thai’s eten? Dan is dit dé kans om Bangkok culinair te verkennen. Op deze 4 uur durende streetfood safari achter de schermen ontdek je de lokale marktjes en eetstalletjes, ontmoet straatverkopers en eigenaren van eetgelegenheden en hoort hun verhalen.

Je proeft niet alleen, maar maakt ook kennis met de verschillende keukens, de lifestyle van de Thai en hoe zij zelf eten: altijd 24/7 en overal. Kijk in de pannen en probeer de gebraden eend, de khao man kai, rode kerrie, gebarbecuede vis, frisse papaja salade, kleefrijst of spicy lam en top af met zoetigheden als kokosijs, roti of de bai toei geleipudding.

Wil je meer weten over de Thaise tafel etiquette?

Daar ben je dan, in de jungle, op een uurtje rijden van je hotel in Chiang Mai. Het geruis van de tropenbries in takken, het geritsel van dieren en fluitende vogels:  overal de geluiden van het donkere woud. Alleen het gezoem van de kabels herinnert je eraan dat je hier, tientallen meters boven de junglebodem, alleen maar een bezoeker bent.

Met helm, harnas en veilig verankerd aan de ‘zipline’ zoef je als een aap (gibbon) van boomtop naar boomtop. Natuurlijk eerst een grondige veiligheidsbriefing maar dan volgen drie opwindende uren ziplinen, inclusief abseilen, luchtbruggen en heel wat platformhaltes. Ook wandel je langs de 7 niveaus van de Mae Kampong waterval.

Je ontdekt het bergachtige noorden, slaapt bij een bergstam in een bamboehut, en gaat zwemmen, raften en bamboe vlotvaren.

Een sportieve toer voor wie zijn benen wil gebruiken en niet bang is om vies en moe te worden. Je beloning: even één met de locals. Na stops bij een orchideeënfarm en het olifantenkamp, steek je de Mae Taeng rivier over en trekt door bossen en bergen. Je overnacht in een Lahu dorp en loopt de dag erop naar een watervalkamp, waar je kunt zwemmen.

De laatste dag is het ca. 3 uur naar het raftkamp, vanwaar je per raft en bamboevlot de rivier afvaart. Aan het eind van dag ben je terug in Chiang Mai voor je laatste nacht. 

Doe je ogen dicht. Zie je het voor je? De wuivende kokospalmen, het knalwitte strand? De warme blauwe zee en het pittige Thaise eten? Het hoeft geen droom te blijven, want in Zuid Thailand bestaat het écht.

De Trang Archipel bestaat uit een heleboel kleine eilandjes (maar liefst 47) die bij de massa nog helemaal niet bekend zijn. Wordt het bounty eiland Koh Ngai (Ko Hai)? Of toch Ko Ta Libong of Ko Kradan? Hop van eiland naar eiland of reis vanaf het vasteland. 45 minuten op de ferry en je staat met je blote voeten in het zand. Het grote relaxen kan beginnen. Verwacht geen nightlife, dat is er nauwelijks, de eilanden kennen slechts een paar dorpjes.

Wil je actief, huur een fiets en fiets een eiland rond. Omdat de archipel weinig bezocht wordt, is de onderwaterwereld bijna ongerept. Een bootexcursie om te snorkelen tussen de kleurige tropische vissen moet je zeker doen. 

Een plek met veel oude witte tempels, waar de locals nog leven volgens de traditionele Noord-Thaise levensstijl. Verken de typische Thaise bouwwerken zonder de hordes toeristen. Het is hier echt nog rustig. Het charmante Nan is een onontdekte parel in het noorden van Thailand.

Huur een fiets en bezoek de ochtendmarkt waar de verse vis je met grote ogen aankijkt. Om je heen vele kraampjes met verse lokale maaltijden. Scoor een Sai Ua ontbijt om je dag te beginnen. Fiets vervolgens naar de tempel Wat Phrathat Noi waar je een waanzinnig uitzicht hebt over de stad, de vallei en de rijstvelden.

Wat je sowieso moet zien, is het Si Nan National Park. Zorg dat je in de vroege ochtend op de Pha Chu-klif bent voor de zonsopkomst. Het uitzicht is magisch: hangende mist tussen de bergen. Daarna wandel je langs zeldzame roze bloesembomen en spot je mogelijk zelfs wilde olifanten.

Het is koel en vochtig. Om je heen hoor je druppels op de grond vallen. Je bent in de grotten van Chiang Dao. Samen met je lokale gids kruip en sluip je langs stalactieten en stalagmieten. In de straal van je zaklamp verschijnen gouden Buddha beelden.

Ook bovengronds is er in Chiang Dao genoeg te beleven. Beboste bergpieken, groene rijstvelden en kletterende watervallen. Trotseer de Doi Chiang Dao berg met 2.225m hoogte, koel af bij de Sri San Wang watervallen en beklim 510 trappen tot de Wat Tham Pla Pong tempel. In de avond zie je hoe helder de hemel hier is. Niet voor niets wordt Chiang Dao ook wel de stad van de sterren genoemd. Dit is Thailand off the beaten track.

Om in Chiang Dao te komen, neem je vanaf Chiang Mai de bus richting Tha Thon. Na ca. 1,5 uur hobbelen over een zandweg kom je aan in Chiang Dao.

Stap op de fiets en baan jezelf een weg door de zwartgeblakerde stenen pilaren van het historische park van Sukhothai. Je lokale gids neemt je mee langs de goed bewaard gebleven tempelruïnes, stupa’s en boeddha beelden.

Duik na een dag fietsen door historisch-Sukhothai Nieuw-Sukhothai in en neem plaats bij één van de trendy barretjes en bestel een lokale cuisine. Ben je er in november, vier dan samen met de locals het lichtjesfestival Loi Krathong. Tussen de ruïnes worden talloze ballonnen de lucht in gelaten. Een magisch gezicht.

Sukthothai is vanaf Bangkok en Chiang Mai te bereiken per trein of met een rechtstreekse bus. Bij aankomst in Sukthothai kun je kiezen voor een tuktuk. Of do it like the locals en huur voor een klein prijsje een fiets. 

Sla linksaf waar anderen rechts gaan. Stap op de boot en vaar naar het rustige eiland Koh Jum, voor de kust van Krabi. In Koh Jum draait het vooral om relaxen. De locals tuffen rond op hun volgepakte brommertjes, her en der vind je een beachbar en op de achtergrond alleen het geluid van de zee.

Lees een goed boek in je hangmat en neem een verfrissende duik in zee. De goudgele zon gaat onder terwijl jij van je cocktail geniet. Behoefte aan avontuur? Beklim dan de 420m hoge berg op het eiland samen met een gids.

Koh Jum kun je alleen bereiken per boot vanuit Krabi, Koh Lanta, Laem Kruat of Koh Phi Phi. Zodra je bijna bij het eiland bent stap je over op de longtailboot van je hotel. Er is geen pier. Even wankelen, dit is echt authentiek Thailand. Zorg dat je de trip uiterlijk een dag van tevoren hebt geboekt en neem voldoende cash geld mee.

Na een hobbelige rit in de tuktuk kom je aan bij het Phanom Rung historisch park. Treed in de voetsporen van de Khmr koningen en ontdek het Angkor Wat van Thailand. Wandel over de 160m lange promenade richting de tempels en aanschouw het goed bewaard gebleven vakmanschap van de Khmr.

Het historische park is gewijd aan Shiva, één van de belangrijkste goden uit het hindoeïsme. Een echte blikvanger is de White Elephant Hall. In dit oranje geblakerde gebouw kwam de koninklijke familie om zich te wassen en om te kleden voor de rituelen in de hoofdtempel. Let vooral op de details, want elke steen heeft zo zijn eigen verhaal.

Phanom Rung is gelegen aan de voet van een oude vulkaan en is omringd door rijstvelden. Er gaat een bus vanuit Bangkok. Stap uit in Nang Rong, pak hier een verfrissende longdrink op het terras voordat je met een tuktuk afreist naar Phanom Rung.