Geen betere Borneo start dan beginnen in Kuching, een drukke havenstad met een koloniaal, exotisch en Chinees aandoend tintje. Je voelt je er direct thuis. Maak na aankomst een boottochtje over de rivier en ga eten in een gezellig verlicht restaurantje aan de rivieroever. Je slaapt in een boetiekhotel vlakbij het populaire Waterfront.

Na het ontbijt staat je gids je al op te wachten. Je springt in het zadel en volgt hem door de smalle straatjes van backstreet Kuching. Dé manier om plekjes te zien die anders verborgen blijven, zoals de ‘kopitiam’ de échte koffieshop.

Op het programma o.a. het museum,  de beroemde moskee en lokale restaurantjes, waar je lekkernijen proeft. Ook bezoek je de markt en de Malay kampongs waar je kennismaakt met de lokale cultuur. Tenslotte steek je in een traditionele houten sampan de rivier over.

Ruim 400 km2 uniek laagland bos. Want ook vóór het Nationaal Park werd, was dit al maagdelijke jungle. Hoofdbewoner: de dipterocarpus. Geen dinosaurus wel een majestueuze woudreus met een kruin tot zo’n 70 m hoog. Alleen rond Mount Danum in het hart van het gebied is de begroeiing wat lager.

Naast de Orang Oetan, zie je er de pygmee olifant, de Malay Sun bear en, zeldzaam, de Sumatraanse neushoorn.  Niet alleen vanwege de vlinders, reptielen, insecten en vogelsoorten: dit is waarom je Borneo bezoekt, dit is waarom Borneo’s jungle beschermd moet blijven.

Tijdens je verblijf trek je samen met je gids, zowel in de vroege morgen als tegen de avond en in het donker door het park. Extra 4x4 jeep toers zijn optioneel. Je slaapt in het Danum Valley Field Centre en kunt een frisse duik nemen in de Ula Segama rivier.

Ja, ze zijn er nog, de oorspronkelijke bewoners van het regenwoud. Ver weg, in de jungle van Sarawak. Nee, geen koppensnellers of brute inlanders maar vriendelijke Iban die hun cultuur en hun gemeen- schappelijke ‘longhouse’ met je willen delen.

Met een ‘perahu’ over meer en rivier en dan nog een stukje lopen: de woudreuzen wijken, je ziet een open plek. De chief verwelkomt je, een lach, gebaren, je gids vertaalt. Af en toe zorgen reizigers voor de broodnodige inkomsten, verder leeft men als een grote familie, één met de natuur. Met je Iban gids trek je een dag lang door het tropisch bos, op terugweg strek je in de boot je benen weer.

Twee nachtjes ben je te gast. Je eet samen, leert de gebruiken en hoort de geluiden van de primaire jungle. Vogels, apen, wellicht een wilde orang oetan, dit is het kloppend hart van Borneo.

Mount Kinabalu. Een tropische reus van bijna 4100 meter. Die je met enige moeite kunt beklimmen. Ook als je dat nog niet eerder deed. Maar waarom zou je eigenlijk, wat is het geheim?

Kijk op de flanken van de berg vooral om je heen: de tropische natuur met planten en bloemen (er zijn wel 1000 soorten, net als het aantal orchideeën in het parkje aan de voet) maakt langzaam plaats voor een alpine vegetatie. Vergeet selfies, zet je camera op makro en ga los. Want hoewel leuk als je het haalt, niet de top, niet de medeklimmers maar de natuur onderweg is het geheim van Kinabalu.

Vanuit het parkchalet bij de entree verken je eerst het Kinabalu park zelf. De ochtend erop met je berggids ca. 5,5 uur naar het basecamp op 3350 m. Na een kort nachtje slaapzaal om 02.00 uur naar Lows Peak voor de zonsopgang. En ja, daarna moet je natuurlijk nog wel naar beneden…

Stel je voor: een tropisch eilandje waar je in een dik kwartier om heen loopt. Witte stranden, en helder blauw water. Een ruime houten bungalow met eigen strandje aan de bosrand. Snorkelen tussen de kleurige koraalvissen, een zeeschildpad steekt zijn kop omhoog.

Ja, een paradijs, zegt wie hier in dit 26 huisjes tellende eco-resort (het enige op het eiland) is geweest. Het is zo’n anderhalf uur varen over de Sulu zee en dan sta je met je voeten in het warme zand. Ga ook kijken bij de broedplaats van de zeeschildpadden. Van juni tot oktober zie je de kleintjes uit het ei komen en zich wat stuntelig een weg banen terug naar zee.

Een frisse duik, een uitgebreide Maleise lunch en een tropisch fruitcocktail als toetje. Wie fluistert er dat je binnenkort toch echt naar huis moet?

In Bario word je begroet met een glimlach, het kleine stadje is namelijk het thuis voor het vriendelijkste volk van Maleisië. Maak eerst een klein praatje met de locals tijdens je wandeling door Bario, voor je begint aan één van de trails in de omgeving.

Tijdens je hike heb je uitzicht over de groene valleien met watervallen en indrukwekkende bergketens. Over een breed pad baan je jezelf een weg door de jungle, via hangbruggen of hoppend van steen tot steen steek je over rivieren en stroompjes. Terwijl je om je heen het geluid van een van de 274 vogelsoorten hoort die er leven.

Uitgeput en onder de modder word je vriendelijk onthaalt bij aankomst in je kleinschalige lodge. Fris jezelf op en schuif aan voor een verse maaltijd.

Op zoek naar een rustige plek om te relaxen na je klim op Mount Kinabalu? Dan zit je op de Mantanani eilanden goed. Deze eilandengroep van 3 kleine eilanden is een echte hidden gem van Borneo. 

Stap op de boot bij de pier van Kuala Abai. Na een tocht van ongeveer drie kwartier kom je aan op één van de eilanden met hagelwitte stranden. Zet je duikbril op en spring in het helderblauwe water om de rijke onderwaterwereld te ontdekken.

Naast snorkelen kun je bij de eilanden ook duiken, ga opzoek naar de scheepswrakken. Deze kun je vinden op een diepte van tussen de 16 en 38 meter en bieden een natuurlijke bescherming aan de vissen.

Echt helemaal off road kom je na een hobbelige rit aan in de jungle van het Maliau basin. Ook wel de verloren wereld van Borneo genoemd. Per toeval werd de jungle die zich uitstrekt over 290 km2 ontdekt door een Britse piloot in 1947.

In het nu beschermde natuurreservaat leven vele bedreigde diersoorten, zoals de Sumatraanse neushoorn en de nevelpanter. Wandel naar een van de trekkershutten waar je kunt verblijven en ontwaak door de geluiden van de jungle. Neem plaats op de veranda voor de zonsopkomst over het met dauw bedekte regenwoud.

In Sapulot maak je kennis met de lokale cultuur van de Murrat gemeenschap. Tijdens je verblijf leer je meer over hoe ze hier leven en zich vasthouden aan hun traditionele afkomst.

Niet te missen zijn de roodbruine kliffen die recht uit de zee omhoog steken. Het eiland Berhala heeft een rijke geschiedenis, zo werd het tijdens de tweede wereld oorlog gebruikt als quarantaine kamp voor arbeiders uit China en de Filipijnen.

Nu is het eiland thuis voor de Bajau’s, die in het noorden van het eiland wonen in de huizen op houten palen boven het water. Tijdens je verkenningstocht over het bosrijke eiland bezoek je een legerkamp en klim je naar de vuurtoren die op de hoogste plek van het eiland staat.

Niet alleen op het eiland is veel te zien en te beleven, ook om het eiland in het helderblauwe water kijk je je ogen uit. Ga snorkelen of duiken en ontdek de onderwaterwereld rond het eiland met zijn koraalriffen en vele kleurrijke vissen.

Groen, de kleur die je overal ziet in de Cameron highlands. Ook niet zo gek want je bevindt je hier op een van de meest vruchtbare stukken landbouwgrond van Maleisië. Tanah Rata is je uitvalsbasis tijdens je verblijf in de Cameron highlands.

Vanaf hier kun je wandelen door het mistige Mossy forest tot aan de top van de Gunang Brinchang berg. Hier word je beloond met een panoramisch uitzicht over het heuvelachtige landschap van de Cameron highlands.

Een bezoekje aan één van de vele theeplantages mag niet ontbreken. De vruchtbare grond zorgt ervoor dat miljoenen theeplanten de heuvels vijftig tinten groen kleuren. Tijdens je tour over de plantage leer je meer over hoe thee wordt geteeld.