Even bellen? -> 026-3030161

Contact

ma t/m vrij 08:45 - 17:00 uur

In het Minahasagebied van Noord Sulawesi

Mark 1 november 2024 Indonesië Rondreis Indonesië, Eilanden Indonesië

Het uiterste noorden van het fascinerende en enorme Indonesische eiland Sulawesi is het gebied van de Minahasa-bevolkingsgroep. We reizen door de regio die, toen Indonesië onafhankelijk werd, het verzoek indiende om de twaalfde provincie van Nederland te mogen worden. 

Nederlands en Waruga

Die band met Nederland zien we nog steeds, bijvoorbeeld in de hoofdstad Manado. In winkels lezen we het populaire “gratis” regelmatig, bij een garage horen we echt “knalpot” (uitlaat) en ingelijste foto’s van het bezoek van koningin Beatrix aan het gebied hangen nog steeds aan de muren van huizen, hotels en restaurants. Ook in geloofsovertuiging wijken de Minahasa af van het overwegend islamitische Sulawesi: we komen langs kerkjes, en zien christelijke afbeeldingen en beeldjes in de huizen en op straat, met als absolute blikvanger het niet te missen grote witte Jezusbeeld dat met wijd open gespreide armen boven de stad in de heuvels staat.

Voordat de Minahasa-mensen tot het christendom bekeerd werden, waren hun voorouders animistisch. Eeuwen lang begroeven de Minahasa hun doden bovengronds in hurkpositie in kleine stenen tombes. In het dorpje Sawangan zijn meer dan honderd oude vooroudergraven bij elkaar gebracht op een Waruga, een traditionele begraafplaats.

Het is een belangrijke plek, die de geschiedenis en de oude cultuur levend houdt. We lopen tussen de eenvoudige antieke grafmonumenten door. De dakjes hebben de typerende hooppuntige vorm die schuin naar beneden afloopt. Op sommige zien we verweerde afbeeldingen, uitgehakt in de stenen, die vertellen wie de overledene was, zoals een bevallende vrouw op het laatste huisje van een vroedvrouw.

Vulkanen en spookdiertjes

Ontbijt met uitzicht op een vulkaan. Bij ons hotel bij de bloemenstad Tomohon zit dat standaard bij de kamer, en vandaag accentueert de strakblauwe hemel het groen op de hellingen van de Lokonvulkaan en de bomen en oranje bloesems ervoor extra mooi. De Lokon slaapt, maar omdat hij regelmatig rommelt en vuur, gas en stenen spuugt, is een stoere en stevige beklimming helaas verboden. Wel kunnen we ontspannen naar een rustig slapende vulkaan, de Mahawu.

Met de auto, langs rijstveldjes en kleine stukjes dennenbos, rijden we naar de parkeerplaats, en na maar vijf minuten lopen zijn we bij de kraterrand. We wandelen over de kraterrand van de Mahawu en zien drie vulkanen in ons prachtige panorama. We horen en voelen de stevige warme wind af en toe stevig om ons heen gieren en ruiken een zwavellucht, die opstijgt uit het drooggevallen en op sommige plekken gelig gekleurde kratermeer.

Vissers sjouwen hun net met zilverglimmende vissen uit de diepblauwe zee het zwarte strand op bij het plaatsje Batu Putih. Heremietkreeftjes scharrelen tussen de vulkaanzandkorrels en witte stukjes koraal, hun natte schelpjes schitteren in de zon. Het prachtige natuurreservaat Tangkoko begint aan het zelfde strand. Lopend door het bos over kleine paadjes en dorre blaadjes zien we ijsvogels, gigantische bomen compleet gehuld in de kronkelende takken van wurgvijgen, hagedisjes, vlinders, uiltjes, en de zeldzame zwarte kuifmakaken, een met uitsterven bedreigde apensoort.

Zelfs een neushoornvogel zien we bij zijn nest landen om zijn vrouwtje, dat in de hoge boom op de eieren zit, besjes te voeren. Maar de grootste attractie van Tangkoko zijn voor ons de spookdiertjes. In de avondschemering zien we een schattige familie van deze (half)apensoort op een enorme boom zitten: een stelletje, zo klein als je vuist, met staarten van zo’n tien centimeter, houdt nauwlettend de omgeving in de gaten. En hun baby, nog geen vijf centimeter groot. Kopjes draaien rond, de grote rode ogen en roze oren alert op insecten (hun eten) en mensen (hun bewonderaars). Na een paar minuten neemt mama voorzichtig haar kleintje in haar bek en verdwijnen ze de boom in.

Permissie pepertjes

Sawahs (rijstvelden) waar boeren druk met de oogst zijn, kindjes die enthousiast en vrolijk vliegeren in dèsa’s (dorpjes), kleine plantages met palmbomen, cacaostruiken en bananenbomen en sprookjesachtige watervallen: het is zo leuk om in Minahasa-gebied rond te trekken! Natuurlijk struinen we ook over de markten, waar vooral voedsel wordt verkocht. Rambutanvruchten kleuren kraampjes mooi lichtgroen en rood, afhankelijk van hoe rijp de geplukte vrucht is. Gebakken rat en vleermuis, verse varkensingewanden en -koppen en ander ondefinieerbaar vlees liggen in de zon op kopers te wachten. Voor ons niet zo smakelijk, maar daar heel gewoon.

Groene banaantjes, paarsgroene spinazie, oranje papaja’s, geelgroenig jackfruit, groene kokosnoten en gele mais, er ligt zoveel moois! Bij een kraampje met rieten manden vol met knalrode pepertjes glimlacht een stokoude vrouw vriendelijk naar ons. Ze heeft nog een paar tanden in haar mond, haar gezicht is gerimpeld. We doen een poging in het Nederlands: “Permissie, Oma?”. Ze lacht en antwoordt met “permissie”; ze wil wel op de foto. We bedanken haar in het Bahasa Indonesia: “Terimah kasih”. Haar “sama sama”, graag gedaan, samen met weer een lieve glimlach bij het zien van haar portret op de camera, illustreert de vriendelijkheid van de Minahasa van Noord Sulawesi.

Wil jij je ook onderdompelen in dit mooie stukje Sulawesi?

Vraag je local Hero Evy naar de mogelijkheden. Zij plant het graag in jouw rondreis Indonesië.

Terug naar overzicht