Je hoeft maar een klein stukje van Koh Samui’s hoofdwegen af te gaan om in het groene deel van het eiland terecht te komen. In ons derde blog over Samui gaan we het bos in, outdoor-activiteiten dus!
Zeebos
Doodstil is het niet in het uiterste zuidwestpuntje van Koh Samui, ondanks dat het net een half uurtje licht is. Onzichtbare vogels roepen naar en door elkaar in de mangrove, de natuurlijke barrière tussen land en zee. Af en toe flitst een ongrijpbaar zangvogeltje weg tussen de takken vol dikke groene blaadjes van de hoge mangrovebomen en -struiken. Begeleid door een geluidloos zwevende bloedrode libelle met transparante vleugelpunten, lopen we over een verhoogd betonnen voetpad door het mangrovebos.
Dramatisch gevormde bomen staan in laag water en lichtbruine en grijze modder. Als kromme stelten reiken boomwortels in eindeloze verstrengelde kluwen naar die modder toe, waaruit luchtwortels en jonge mangroveplanten juist weer omhoog steken. Kleine visjes – mangroves zijn de kraamkamers van de zee –, heremietkreeften in tien centimeter grote schelpen, een opvliegende witte reiger, en een koel briesje zorgen voor rimpelingen in het bruine brakke water, deels zoet van de regen en deels zout van de zee vlakbij.
We gaan zitten op een betonnen bank die deel is van het pad, want het is tijd voor een spelletje met de mangrovekrabbetjes. Ze zijn erg schrikachtig: zodra je in de buurt komt, schieten ze terug in hun holletjes in de modder vlak boven het wateroppervlak, en soms er net onder. Door stil te zitten, hopen we ze zover uit hun tent te lokken dat we ze even goed kunnen bekijken. En het lukt: na een minuut of twee denken de diertjes dat ze veilig alleen zijn en krabbelen ze zijdelings tevoorschijn.
Mangrovekrabben lijken helemaal zwart. Maar nu we het spelletje gewonnen hebben, zien we dat ze naast hun acht zwarte poten twee donkerrode scharen hebben, soms met gele klauwtjes, en felblauwe streepjes bovenaan hun schild, waar bij sommige krabben ook nog witte of gele stipjes op zitten. Tevreden wandelen we verder door het zeebos.
Boswaterval
Zeker tien mooie watervallen liggen verborgen in de beboste heuvels van Samui. Voor sommige moet je een half uur of langer over steile zand-met-stenen-paadjes manoeuvreren, bij andere kom je redelijk eenvoudig. De Na Muangwaterval is heel makkelijk: na drie minuten vanaf de parkeerplaats vrijwel vlak lopen langs eet- en drinkkraampjes vol heerlijk thaifood, komen we bij grote keien die een natuurlijk zwembadje omzomen. Rustig vallende witte waterstromen vullen dat zwembad. Hun achtergrond is letterlijk schitterend: op een roodbruin breed steenblok, flitsen af en toe gouden en zilveren punten in de zon. Haar stralen komen soms tussen de boomtoppen door, ruim dertig meter boven ons.
Veel schaduw en het water maken de temperatuur net een paar graden prettiger, maar de ultieme afkoeling van de dagelijkse dertig graden van het eiland is natuurlijk een plons in het poeltje. We moeten daarvoor eerst even met handen en voeten over de rosten klimmen, en onze kleren op een omgevallen boom leggen, waar oranjezwarte vlinders op een vochtig groen mosplekje landen.
We zijn niet de enigen in het bosbad, want Na Muang is een populaire plek voor toeristen en voor Thai. Zij baden in korte broek en T-shirts, en, net als de buitenlandse bezoekers in bikini en zwembroek, hebben ze veel plezier in het lekker koele water.
Bosvlucht
“Dit is de langste lijn, driehonderd meter”, zegt Vichayut. Vanaf een houten platvorm van net vier vierkante meter, op vijfentwintig meter hoogte rondom een enorme teakboom, turen we tussen de prachtige palmbomen, gigantische bamboestruiken en hoge witte loofbomen door, maar zien we alleen een stalen kabel. Gezekerd met twee sterke musketonhaken zetten we toch af richting het groen. We zweven aan de zipline en zien al snel de beloofde boomhalte verschijnen. Oude bruine en jonge groene noten, op ooghoogte in de kruinen van talloze palmbomen, verklappen dat dit vroeger een kokosnotenplantage was.
We trekken onze voeten op en worden vakkundig binnengehaald door de staf van Samui Zipline. “Wij zijn een volledig Thais familiebedrijf, afkomstig van het eiland.” vertelt Vichayut, die nog steeds graag even meevliegt. Over een wiebelend bruggetje van touw en smalle plankjes, maar veilig vastgehaakt en met twee enorme staalkabels als leuningen en houvast, lopen we door de lucht naar de volgende boom. Een wenteltrapje met diezelfde plankjes op, omhoog om de boom heen, en we zijn klaar voor de volgende vlucht. Met een sprong in het diepe roetsjen we heerlijk ontspannen tussen de bomen. Onder ons flitst de mooi groene tuin voorbij, vol palmplanten, een ondiep stroompje en struiken vol bloemen. Luid tsjilpende cicaden verzorgen de muziek.
Via achttien platvormen ziplinen we tussen de boomtoppen. Soms hebben we een mooi vrij uitzicht op groene heuvels, dan gaan we onder overhangende takken door. Bij de eerste paar lijnen houden we de touwen tussen ons canvas harnas en de zekeringshaken nog stevig vast, maar iets later durven we met onze armen wijd gespreid de erg leuke reis door de lucht te maken: “Kijk, ik vlieg!”.
De tijd vliegt ook; het laatste houten boomplateau verlaten we niet zwevend horizontaal: tokkelend verticaal landen we terug op aarde. Vanuit de coffeeshop, waar we lekker frisse watermeloen krijgen, zien we de volgende blije groep door het bos van Koh Samui zweven.
Dit is het derde van drie blogs over Koh Samui. Lees ook deel 1: Dit vinden wij zo leuk aan Koh Samui; Ban Na Thon en deel twee over Koh Samui's natuurlijke attracties.
Wil jij ook naar Koh Samui?
Vraag local Hero Henk naar de mogelijkheden voor jouw eigen Thailand rondreis op maat.
Mark, een Dutch local in Thailand
Over de schrijver:
Mark woont in Thailand, al heel wat jaren. Nu samen met zijn vriendin Praew op het prachtige eiland Koh Samui, nadat hij eerst in Khon Kaen, een grote stad in het landbouwgebied van de Noordoostelijke regio Isaan, en ook in het altijd fascinerende Bangkok gewoond heeft.