Dat op het fijne Thaise vakantie-eiland Koh Samui de stranden van Chaweng en Lamai in het oosten, en in het noorden bij Bhoput prachtig zijn, is geen geheim. Dat je in bars en clubs daar ook fantastisch kunt feesten, evenmin.
Daarom gaan we in onze drie Samui-blogs daar niet naar toe. In plaats daarvan gaan we naar leuke en interessante plekken op het eiland, waar de meeste feest- en strandgangers niet komen. In dit deel: Ban Na Thon.
Zeevruchten
Onbekend is het plaatsje Ban Na Thon niet. Tientallen keren per dag leggen veerboten van het vasteland aan bij de betonnen pieren om Thai en toeristen goedkoper dan per vliegtuig op Koh Samui te brengen en halen. Maar de meeste bezoekers stappen dan direct in een minibus of (deel)taxi richting de strandplaatsen.
Enerzijds begrijpelijk, want toeristisch heeft het westen van het Samui niet zoveel. Anderzijds vind je in en rond Na Thon juist mooie stukjes authentiek Thailand. Zoals de gezellig drukke Thaise voedselmarkt, elke avond direct naast het haventerrein en op dinsdag uitgebreid met vintagekleding en souvenirs. Veel kraampjes en foodcarts verkopen lekkere varkensvlees- en kipsnacks, ter plekke op stokjes gegrild. En heel veel superverse zeevruchten. Dat vinden wij ook één van de leuke dingen van Ban Na Thon: ’s middags dragen vissers hun vangst in grote metalen schalen direct uit hun kleine bootjes naar de kraampjes. De zee eindigt aan de kademuur bij de stoep langs het oude dorpscentrum, dus van de boot naar de stoepkramen duurt maar een paar minuten.
De vangst is boeiend en gevarieerd: van slanke zilveren barracuda’s, grote glimmende schelp(dier)en, en groenige gepantserde bidsprinkhaankreeften tot roggen van een meter doorsnee, dikke grijze zeegarnalen en kleine verpleegsterhaaien. Als het donker is, gaan sommige vissers weer het water op. De felle groene lichten op hun boten, waarmee pijlinktvissen naar de oppervlakte gelokt worden, markeren de anders onzichtbare scheidslijn in het zwart tussen zee en hemel.
Zeezonsondergang
Tussen het binnenbrengen van de middagvangst en de snackmarkt zit nog een prachtige attractie van Na Thon: zonsondergang boven zee. Voor dit mooie natuurverschijnsel parkeren veel mensen vanaf half zes hun auto’s en scooters aan de rand van de straat die direct aan het water ligt. Maar de zee is weg: omdat het eb is, kunnen ze over nattig grijs zand de zonsondergang tegemoet lopen.
Krabbetjes, die de dorpsbewoners ’s nachts bij laag water zelf vangen, schieten weg hun zandholletjes in. Minibergjes van rolletjes zandslierten, gemaakt door zeepieren, versieren de drooggevallen zeebodem. Witte straathonden vinden ontspannen liggend en op hun rug draaiend - zo wit zijn ze dan niet meer - verkoeling van de warme dag in het vochtige zand.
We kijken even weg uit de zon en zien achter ons een paar spelende kinderen op een komvormig wit zandstrand, daarvoor een in het laagwater tijdelijk gestrande vissersboot, grijszwarte en witte reigertjes die op visjes jagen, en daarachter een rijtje prachtige palmbomen in het warme zonsondergangslicht. En een terras bij een restaurant aan het water, waar je in dat licht op de eerste rij zit met weer een ander mooi uitzicht: de snel dalende gele zon kleurt de poserende en relaxende mensen zwart, de eindeloze zee zilver en de lucht boven Ban Na Thon prachtig oranje.
Kokosnoteneiland
Bij een tropisch eiland horen palmbomen, vinden wij. Voordat het toerisme Koh Samui’s grootste economie werd, was het eiland vooral bekend om de enorme kokospalmplantages. Ruim honderd jaar lang, tot eind vorige eeuw, voeren vrachtschepen enorme kokosnotenoogsten naar het vasteland, wat Samui’s boeren een goed inkomen opleverde. Hoewel ze nu minder opbrengen, zijn kokosnoten nog steeds het belangrijkste landbouwproduct. Daarom zie je overal op het eiland mooie hoge kokosnotenbomen, wat ook helpt voor het vakantiegevoel. En Ban Na Thon heeft zelfs een kokosnotenmuseum!
De kleine ruimte, die de geschiedenis van Koh Samui’s kokosnoten vertelt, voorwerpen heeft die gemaakt zijn met delen van de noot, zoals muziekinstrumenten, theekopjes, en een voetmassagepaadje, en gereedschappen voor de oogst, is echter niet de grootste attractie. Dat zijn de workshops. Het museumpje hoort namelijk bij een familiebedrijf dat al decennia kokosolie en andere kokosproducten maakt. Op afspraak kan je zelf in een paar uur je eigen zachte kokosolie maken, of heerlijke Thaise lekkernijen zoals Kanom Ko, kokosdumplings.
We lopen even over het terrein, langs keukens vol transparante kokosolie in grote glazen potten en flessen, en zien mannen druk bezig met het splijten van dikke bruine kokosnoten. Op een speer die uit de grond steekt spietsen ze de noten. Na een paar keer doorduwen is de taaie schil helemaal los. De lichtbruine noot, ongeveer vijftien centimeter breed, gaat in een mand voor verdere verwerking. Op eentje na, die een vriendelijke jongeman voorzichtig en vakkundig open hakt. De kokosvrucht, een mooi broos wit bolletje, ligt in zijn natuurlijke kom. Die halve noot geeft hij aan ons, en wij plukken het bolletje eruit: we eten heerlijk friszoete kokosnoot op ons favoriete Thaise kokosnoteneiland!
Dit is het eerste deel van drie blogs over Koh Samui. Lees ook deel twee, over tempels en folklore en deel drie, over Ko Samui's natuurlijke attracties.
Wil jij ook naar Koh Samui?
Vraag local Hero Henk naar de mogelijkheden voor jouw eigen Thailand rondreis op maat.
Mark, een Dutch local in Thailand
Over de schrijver:
Mark woont in Thailand, al heel wat jaren. Nu samen met zijn vriendin Praew op het prachtige eiland Koh Samui, nadat hij eerst in Khon Kaen, een grote stad in het landbouwgebied van de Noordoostelijke regio Isaan, en ook in het altijd fascinerende Bangkok gewoond heeft.