De stad Krabi, in Zuid-Thailand, is voor veel reizigers het vertrekpunt voor de prachtige eilanden in de Andaman Zee, zoals het bekende Koh Phi Phi en het onbekende Koh Jum. In een serie eerdere blogs vertelden we je waarom Krabi zelf ook de moeite waard is en verkenden we de stadsmangrove. In dit blog gaan we vogels spotten in Krabi.
Dolfijn cadeau en witgatjes
Gids en bootsman Bang heeft ons in zijn kleine houten longtailboot net een paar minuten het water van de Krabi-rivier op gevaren, als we het eerste cadeautje van de natuur krijgen. Dat heeft geen vleugels, maar een rugvin! Zo’n vijf meter van ons vandaan verschijnt tot drie keer toe een gekromd grijs dolfijnenlijf boven water. Het laatste wat we zien van het zeezoogdier, waar iedereen altijd blij van wordt, is zijn heen en weer bewegende staartvin, alsof hij ons een afscheidsgroet geeft. Wat een fantastisch begin van onze birdwatchingtrip!
Tussen een nog wat donker wolkendek en de eenvoudige houten huizen op het eiland in de rivier hangt een oranje zon. Een bootje zet vijf eilanders met hun motorscooters over naar het vasteland, waar ze werken. Het is kwart voor zeven ’s ochtends, laag water, en een troepje makaakapen trekt over een smal strandje dat daardoor een paar uur bovenwater is komen te liggen.
Een eenzaam boompje staat op een natte bruine heuvel net boven het rivierwater. Op de modderige zandbanken zien we de eerste vogels: grote witte reigers en kleine zilverreigers achtervolgen op het donkere natte zand krabbetjes die snel, en alle kanten op, wegrennen.
Schuwe grijzige wulpen en bruinige regenwulpen steken hun lange gekromde snavels in de modder, op zoek naar schelpdieren. Totaal niet bang voor het geluid van de boot zijn de kleine grijswitte witgatjes. Tientallen vogeltjes van deze steltlopersoort pikken tussen de harde wortels van de mangroveplanten in de waterlijn naar weekdiertjes en visjes, hun kontjes steeds omhoog wippend. Zuidzeezwaluwen, superwendbaar met hun prachtig diepblauwe vleugels, witte buikjes en een roestbruin petje op en sjaaltje om, begeleiden onze boottocht.
Druk op jacht
Vervang dat donkere blauw door zwart, voeg er indrukwekkende gele klauwen aan toe, en dan heb je de kleuren van de magnifieke Brahmaanse wouw. Vele malen groter dan de elegante zwaluwen, vliegt hij boven ons, tegen een panorama van de voor de regio zo kenmerkende, grilliggevormde karstrotsen, speurend naar vis. Met de verrekijker zien we even later dat de roofvogel daar succesvol in is: Bang wijst ons op een boom, wat dieper in het bos en nog net zichtbaar vanaf het water.
Vogels zijn niet de enigen die op zoek zijn naar voedsel in de waterwegen van Krabi’s mangrove. Houten vissersboten met lange visnetten dobberen ook op de rivier, die uitmondt in de zee. Een vrouw pikt met een metalen stok in het drooggevallen modderstrand. Hoort ze een tik, dan graaft ze de gevonden schelpen uit. Haar net is al aardig vol. Dat geldt ook voor de vriendelijke visser in zijn lichtblauwe eenpersoonsbootje. Trots heft hij met één hand zijn net uit het water om zijn spartelende vangst te tonen, terwijl hij met de andere hand zijn hengel wat optrekt om de lijn strak te houden.
Soortenparade
Mangrovereigers, Javaanse ralreigers en hun neef de Chinese ralreiger: allemaal verschillende kleine reigersoorten turen gebiologeerd naar het brakke water, om daarna, rennend met hun nek in een kromming en de scherpe snavel vooruit, op het gespotte voer af te gaan.
Bang heeft inmiddels de boot gedraaid en we zijn de smalle aftakkingen van de rivier in gevaren, het mangrovebos in. Hoog in een boom droogt een zwarte dwergaalscholver zijn veren. Kleine zandstrandjes, drijvende verweerde boomstammen, kronkelend water, overhangende dode takken, muren van allerlei tinten groen; het mangrovebos is schitterend!
Omdat het eb is, zien we ook de kromme wortels van de mangrovebomen, die in kluwen richting het water groeien, dat rustig is, en bijna glad, Bang zet de motor uit en laat de boot drijven, af en toe geholpen door een paar slagen van zijn houten pedel.
We genieten van de stilte, althans, de menselijke. Want qua vogelgeluiden is het behoorlijk druk. Bang noemt de vogelsoorten op die hij hoort, maar nog niet kan spotten: “Specht, pitta, Indische koël, nog een specht, ijsvogel…die vliegt daar!”
Hij wijst een blauwe schicht na, die aan de verre oever in een boom landt. Met de verrekijker zien we ‘m goed en scherp: het is een witkraagijsvogel. Zijn blauwe rug, vleugels en staart contrasteren mooi met het wit van zijn borst en, inderdaad, zijn kraag. En hij is het begin van een ijsvogelsoortenparade! Want binnen tien minuten zien we op een dode tak in het water de kleurrijke gewone ijsvogel – de enige ijsvogelsoort die ook in Nederland leeft – en een prachtige zwartkapijsvogel, dicht bij de waterkant. Zijn paarsblauw, zwart, wit, oranjebruin en rood worden qua schoonheid alleen nog overtroffen door de vierde ijsvogelsoort, de bruinvleugel. Niet zozeer die vleugels, maar de bloedrode snavel en pootjes en zijn goudbruine borst, nek en hoofd, maken hem voor ons de mooiste van de ijsvogelparade, en van onze mooie birdwatchingtrip in Krabi!
Ben jij ook een vogelliefhebber?
Ga dan tijdens je rondreis Thailand mee op een birdwatching-tocht in Krabi. Wil je tips van een lokale reisexpert over jouw eigen rondreis Thailand vraag dan vrijblijvende een reisplan aan.
Mark, een Dutch local in Thailand
Over de schrijver:
Mark woont in Thailand, al heel wat jaren. Nu op het prachtige eiland Koh Samui, nadat hij eerst in Khon Kaen, een grote stad in het landbouwgebied van de Noordoostelijke regio Isaan, en ook in het altijd fascinerende Bangkok gewoond heeft.