Over grote brede lanen, met hier en daar gebouwen die aanvoelen alsof je in Parijs bent, manoeuvreer je je door de stad. Tijdens een rondreis door Laos mag een bezoek aan hoofdstad Vientiane zeker niet ontbreken.
De leukste manier om deze gemoedelijke stad te ontdekken is via een stadstour met gids. Zo hoor je de verhalen achter de sierlijk blikkerende tempels. Blogger Mark deed een stadstour en deelde zijn ervaringen met ons:
Mark: 'Na een ontbijt met uitzicht op de Mekongrivier, gaan we op pad naar de mooiste plekken in de rustige hoofdstad van Laos, waar geschiedenis en Boeddhisme onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Patuxai, verticale landingsbaan
Op een rotonde midden op een brede laan, pronkt onze eerste stop: de Patuxai. Het monument voor de onafhankelijkheidsstrijd tegen Frankrijk lijkt wel wat op de Parijse Arc de Triomphe, en toch niet. Als we door het watergordijn van de fontein op de voorgrond naar het bouwwerk kijken, heeft het iets sprookjesachtigs, ook door de vijf absoluut oosters aandoende torens. We lopen om de waterpatronen heen en zien dat het gebouw ook fraai versierd is met Aziatische afbeeldingen, zoals mythologische half vogel-half mensfiguren en schilderingen uit het Boeddhisme en Hindoeïsme met gouden accenten.
Patuxai vertaal je letterlijk als “overwinningspoort”, maar de bijnaam “verticale landingsbaan” vinden wij interessanter. Geheel in stijl met de opstand tegen de koloniale machten uit de jaren vijftig, is het onafhankelijkheidsmonument namelijk gebouwd met in beslag genomen Amerikaans cement, dat bedoeld was om een nieuw vliegveld te bouwen. Wij mogen ook (schuin) verticaal via trappen met lage plafonds het gebouw in.
De grote binnenruimtes vertellen met displays de geschiedenis van de Patuxai en de Laotiaanse strijd voor onafhankelijkheid. Buiten op het terras, hebben we tussen hoekige kantelen door een mooi uitzicht over Vientiane. Met een smalle metalen wenteltrap gaan we naar de smalle centrale toren, met negenveertig meter ook het hoogste punt. Door een mooi bewerkt ijzeren rek met Boeddha en bloemen er in gesmeed, kijken we in de richting van onze volgende bestemming.
Groot Stupagoud Pha That Luang
Verblindend goud knalt ons tegemoet, tegen de achtergrond van een strakblauwe lucht. Pha That Luang zou al sinds de derde eeuw bestaan, toen monniken uit India in de Grote Stupa het borstbeen van Boeddha begroeven. Daarmee is het indrukwekkende complex, met die hoofdstupa van 45 meter hoog, waarvan de top met echt goud is bedekt, omringd door 30 kleinere, allemaal goud geverfde stupa’s, het belangrijkste monument van Boeddhistisch Laos.
Verkopers bieden minuscule houten kooitjes aan met vogeltjes erin. De diertjes vrij laten (tegen betaling, uiteraard), wordt als een goede daad gezien, die geluk brengt. Kraampjes met frisse kokosnoten en lange suikerrietstengels, klaar om tot sap geperst te worden, zijn ook uitnodigend, en diervriendelijker.
Voor de ingang van That Luang offert een vrouw lotusbloemen aan het standbeeld van koning Setthathirat, die in de 16e eeuw Vientiane de hoofdstad van het machtige Lane Xang koninkrijk maakte (in plaats van Luang Prabang) en het heiligdom liet (her)bouwen. Door de eeuwen heen is That Luang meerdere keren vernietigd door vijandige legers en steeds weer gerestaureerd.
In het heiligdom is het rustig. Net als de Laotianen, die eerbiedig wierook branden en bloemenkransen neerleggen, lopen wij rondom de puntige symbolen. Naga’s, mythologische slangen die Boeddha beschermen, bewaken de afgesloten trappen naar de stupa’s. Prachtige oude bronzen, houten en stenen Boeddhabeelden, beschadigd bij de vijandige invallen, staan in de overdekte gangen rondom de stupa’s.
Het geheel van sublieme antieke beeldhouwkunst, de barsten in het verweerde hout, de afbrokkelende stukjes steen, en de bladgoud blaadjes die gelovigen als verering op de serene beelden plakken, geeft een mystiek gevoel: we kunnen de geschiedenis een beetje voelen!
Wat-Museum
Wat Sisaket en Ho Phra Keo waren vroeger tempels (wats) en zijn nu musea. Maar dat is een dunne scheidslijn: bij allebei staan weer eeuwenoude Boeddhabeelden opgesteld, en tegelijkertijd worden er moderne beelden vereerd.
Wat Sisaket is ruim tweehonderd jaar oud en waarschijnlijk het oudste nog bestaande originele klooster van Vientiane. Gewassen oranje gewaden van de monniken hangen te drogen bij de donkerbruine houten gebouwen waar de mannen in wonen, net buiten de muren van het prachtige hoofdgebouw met gele pilaren en bruine gelaagde daken.
Tekeningen van olifanten in de natuur en het dagelijks leven versieren de binnenmuren van het tempelgebouw. Het plafond is koraalrood, met gouden versieringen. Een oranje sjerp is gedrapeerd om het grootste goudkleurige Boeddhabeeld dat is omringd door kaarsen, tientallen kleinere beelden, koperen boompjes waar bankbiljetten als donaties aan gehangen zijn, en vazen met paarse lotusbloemen. Laotianen buigen vanuit zittende houding voorover in aanbidding.
Buiten is het museumgedeelte: honderden kleine aardewerken en zilveren Boeddhabeeldjes staan in nissen in de muren achter hun grotere evenbeelden. Ook hier is de verzameling fraai.
Ho Phra Keo, gestolen Smaragd
Ho Phra Keo, letterlijk aan de overkant van de straat, is weer een bewijs van de turbulente geschiedenis van Laos: naast een mooie tentoonstelling van opgegraven oude amuletten, beeldjes en religieuze gebruiksvoorwerpen in goudomrande vitrines, was de privétempel voor koning Setthathirat, in 1565 gebouwd, ook het huis van de unieke Smaragden Boeddha. Dit mythische 66 centimeter hoge beeld, gehouwen uit jade en bekleed met goud, werd echter in 1779 door de Thai na de verovering van Vientiane als oorlogsbuit meegenomen naar Bangkok, waar het nu één van de belangrijkste en meest heilige symbolen van Thailand is.
Door een mooie groene tuin, waar de rode communistische vlag met hamer en sikkel wappert naast de Laotiaanse vlag, lopen we naar het tempelgebouw. Goud, rood, wit bruin en oranje: de binnen- en buitenmuren, deuren en deurposten, zijn schitterend gemaakt en bewerkt, net als de bronzen beelden van schildpadden, honden en natuurlijk Boeddha. We mogen binnen ook een kaarsje branden bij het altaar en een torentje van bananenblad en oranje bloemen neerzetten. “For good life and happiness”, zegt de vriendelijke Laotiaanse man die ze ons geeft.
Blij zijn we zeker, vandaag, met onze leuke en boeiende trip door Vientiane, die we afsluiten op een dakterras, met een schitterende oranjerode zonsonderang boven de Mekong."
Een rondreis Laos maken?
Wil jij zelf struinen langs de tempels en Boeddhabeelden in Vientiane? Onze local Hero Eric kan je helpen bij het samenstellen van jouw Laos rondreis. Samen met Eric maak je je eigen rondreis op maakt. Leuke tip: bezoek als je in Vientiane bent, ook de ochtend- en avondmarkt.
Eerst nog meer inspiratie opdoen? Bekijk onze Laos Top 5, met de leukste dingen om te doen.
Mark, een Dutch local in Thailand
Over de schrijver:
Mark woont in Thailand, al heel wat jaren. Nu samen met zijn vriendin Praew op het prachtige eiland Koh Samui, nadat hij eerst in Khon Kaen, een grote stad in het landbouwgebied van de Noordoostelijke regio Isaan, en ook in het altijd fascinerende Bangkok gewoond heeft. Vanuit het noorden van Thailand bracht Mark verschillende bezoeken aan buurland Laos. Zijn ervaringen deelde hij met ons.