Wilde dieren vinden in Thailand is best moeilijk. Behalve in Khao Yai National Park, dat maar zo’n drie uur noordoostelijk rijden van Bangkok ligt. We blijven een paar dagen in het reservaat en spotten fantastisch wild, in elk formaat.
Een paar miljoen vleermuizen
Vochtig warm en donker is de grot vol druipstenen. De stralen van onze zaklampen dansen over grillig gevormde rotswanden en smalle doorgangen. Een zwarte vogelspin zit doodstil in zijn web. Blinde witte krekels scharrelen over de zwartbruine bodem. Vleermuispoep zorgt voor die kleur, en aan de punten van de rotsen hangen de beestjes in dezelfde kleuren te slapen.
Iets later staan we buiten in een open veld, als de schemering opkomt. En met die grijze sluier verschijnen steeds meer zwarte stipjes aan de hemel. Dan wordt het een sliert, en dan een eindeloze stroom, die uit een opening in de berg komt. Het zijn de vleermuizen die we net nog slapend in de grot in die zelfde berg zagen!
Ze gaan ’s avonds massaal op insectenjacht. Nu vormen ze dikke golvende wolken, dan weer dunne strepen die richting de horizon gaan. Met miljoenen tegelijk maken ze patronen in de lucht, en als we goed luisteren horen we het ruisen van ontelbare flappende vleugels. Wat een fantastisch schouwspel!
Zoveel dieren
Khao Yai betekent letterlijk ‘grote berg’, en haar heuvels en bergen zijn schitterend. Rijdend in een open jeep over asfaltweggetjes, wandelend door het bos en door velden over smalle aarde- en zandpaadjes, en kijkend vanaf uitkijktorens, zien we prachtige groene landschappen, wilde orchideeën, oude woudreuzen waar witte eekhoorns doorheen huppelen, jakhalzen die door hoog goudgeel gras dribbelen en troepen makaak-apen die jonge eetbare boomblaadjes rapen.
Aandoenlijke sambarherten rusten bij een beekje, gele zangvogeltjes hoppen over dunne takjes, een kleine groene adder heeft zich om een boomstam gekronkeld.
Tijdens de buitenlunch regent het schilletjes. Schuin boven ons eet een zwarte reuzeneekhoorn, ondersteboven aan een tak hangend, door die schillen heen naar het roze vruchtvlees van groene besjes. Iets verderop scharrelt een paartje stekelvarkens tussen dorre bladeren. Gouden vlekjes op een dikke boom blijken de fascinerende skeletachtige omhulsels te zijn van verpopte cicaden, de insecten die het snerpende geluid maken dat je overal in het bos hoort. Het is ongelofelijk hoeveel dieren we tegenkomen op een dag in het reservaat, en hoe makkelijk het is om ze te zien!
Vijgen voor gibbons en neushoornvogels
Na een plons in de poel bij de heerlijke waterval waar scenes uit de film The Beach zijn opgenomen, gaan we op zoek naar gibbons. Ook dat kost niet te veel inspanning, dankzij een paar enorme vijgenbomen langs de rand van de weg. De takken zwiepen op en neer: een familie van de prachtige mensapen springt over en weer om de rijpe vruchten te kunnen plukken. Perfect zichtbaar hangt een zwarte gibbon met één arm aan een dikke tak; met de andere grijpt hij zijn voedsel. Een vrouwtje met een crèmewitte vacht eet rustig zittend in een vork van de boom.
Vijgen zijn ook favoriet bij neushoornvogels. Maar liefst vier soorten van deze magnifieke vogelsoort zijn in Khao Yai te spotten, waaronder de prachtige dubbelhoornige neushoornvogel met zijn fel geel, wit en oranje snavel en de zwartgele hoorn op zijn kop. Ze maken hun nesten in boomstammen die ze uithollen. Het vrouwtje broedt de eieren uit en blijft al die tijd ingemetseld; de vogels sluiten zelfs de nestopening bijna helemaal af met modder. Door een klein gaatje voert het mannetje zijn vrouwtje.
Dat bijzondere schouwspel maken we van dichtbij mee. Met indrukwekkende klappen van zijn vleugels kondigt een bruine neushoornvogel zijn komst aan, richting een boom, zo’n tien meter van ons vandaan. Hij landt voor het nest, werkt rode bessen uit zijn keel omhoog, en klemt die tussen de punten van zijn snavel. Uit het gaatje in de boom steekt zijn vrouwtje haar snavel naar buiten. Behoedzaam pakt ze een voor een de besjes over.
Groots(t)e natuur
Er leven zelfs tijgers in dit natuurgebied, maar die laten zich vrijwel nooit zien. In plaats daarvan wordt onze excursie gezegend met twee andere grote ontmoetingen. Letterlijk, want de indrukwekkende gaur die we honderd meter voor ons zagen grazen, weegt meer dan duizend kilo en heeft stevige horens. Stilletjes en voorzichtig stapten we weer terug richting de jeep, want de grootste rundersoort ter wereld - en al helemaal eenzame stieren zoals deze - staat niet bekend als een grote mensenvriend….
In die jeep reden we ontspannen verder door het bos, totdat we rood knipperende autoachterlichten zagen. In koor riepen onze gids en onze chauffeur: “Olifanten!”. Zou het echt? Jazeker, en hoe! Een muur van grijs blokkeerde de smalle asfaltweg volledig.
Meer dan tien schitterende olifanten, inclusief een kalfje van twee maanden oud, hadden besloten dat ze hier planten en jonge bomen gingen eten. Ontspannen ritsten hun slurven tientallen blaadjes tegelijk van takken en rukten ze nonchalant met een draaibeweging voedzame planten uit de grond.
Af en toe staken de twee oudste vrouwtjes, de leiders van de kudde, hun slurf in de lucht om te ruiken of de omgeving nog veilig was. Op hun commando trokken de prachtige olifanten ook weer het dichte bos in, nadat we een kwartier lang mochten genieten van de grootste landdieren van Azië, in Thailands fantastische Khao Yai National Park.
Wil jij ook dieren spotten in Khao Yai?
Hoe bijzonder is het om omringd te zijn door al die prachtige dieren? Je kunt het meemaken tijdens je rondreis Thailand. Vraag om een vrijblijvend reisplan en laat een bezoek in Khao Yai National Park opnemen door je local Hero.
Mark, een Dutch local in Thailand
Over de schrijver:
Mark woont in Thailand, al heel wat jaren. Nu op het prachtige eiland Koh Samui, nadat hij eerst in Khon Kaen, een grote stad in het landbouwgebied van de Noordoostelijke regio Isaan, en ook in het altijd fascinerende Bangkok gewoond heeft.
