Geen backpacker, geen luxe resorttoerist, wel op zoek naar een onbekende eilanden weg-van-de massa? Naar een fijn laagbouw bungalow resort, dat laid-back restaurantje, rustige dorpjes en dat witte tropische strand als een 'gewone' reiziger? Ongerepte eilanden tijdens een Thailand rondreis betekenen vaak ook slechte (boot)verbindingen, primitieve hutjes, simpel eten en als het weer tegenzit weinig te doen. Maar het kan anders. Local Hero Henk, de reisspecialist die in Thailand woont, vertelt:
Koh Yao Yai/Noi in plaats van Phuket
Een uurtje varen vanaf Bang Rong in het noordoosten van Phuket. Dan doemen er ineens twee eilanden op: Koh Yao Yai (Big Long eiland) en Koh Yao Noi (small long eiland). Rustige eilanden met veel tropische begroeiing. Low key dorpjes tussen de bananenbomen en rubberplantages. Kleine maar mooie witte stranden en echt ’laid back’. Dat kan zowel low-budget in eenvoudige bungalows als luxe, zoals op Ko Yao Noi. Maar er zijn ook goede middenklas bungalowresorts. Verwacht geen barstraat of nightlife, maar Phuket en Krabi liggen om de hoek. Nog een voordeel: ook in onze zomer qua weer goed te doen.
Koh Phayam in plaats van Koh Samet
Koh Samet is deels National Park en daardoor een populaire keus, vooral omdat het maar 3,5 uur ten zuidoosten van Bangkok ligt. Mooie stranden, jungle en behalve in het weekend nog rustig. Nadeel: de hotels zijn over het algemeen wat verouderd en overpriced. Het zustereilandje Koh Phayam (spreek uit pie-am), ca. drie kwartier varen vanaf Rayong op het vasteland is echter een verrassing: alleen fietsen en scooters, laagbouw bungalows en net voldoende kleine bars en restaurantjes. Een van de mooiste stranden is Aow beach. Bovendien is het eiland ook een goede keuze in onze zomer.
Koh Mak in plaats van Ko Chang
Een van de ca. 50 ongerepte eilanden van het onderwater Tarutao National Park in het uiterste zuiden van Thailand. Vanaf het grotere zustereiland Ko Chang is het ca. 1 uur varen. Het aantal hotels en bedden is er aan een maximum gebonden, waardoor de rust blijft en het er op het mooie strand nooit druk wordt. Dat het eiland particulier eigendom is zal ook helpen. Ga wel in onze winter (half november tot half april), daarbuiten is de zee ruw en het weer onvoorspelbaar en verwacht geen avond/nachtvertier.
Koh Surin in plaats van Koh Similan
Similan: negen paradijselijke eilandjes voor de westkust van Thailand die tussen november en mei zijn opengesteld voor reizigers. Turkoois water met de mooiste koraalriffen, dus populair. Vergelijkbaar maar rustiger zijn de 5 eilanden van Koh Surin. Net als Similan bereikbaar vanaf Tap Lamu, vlakbij het toeristische Kao Lak op het vasteland. De speedboot doet er ca. 1,5 uur over. Vanwege de kwetsbaarheid is alleen een dagbezoek mogelijk of een zogenaamde ‘live aboard’ trip waarbij je duikt en snorkelt vanaf je boot en aan boord overnacht. Het beste is te overnachten in Kao Lak (ruime hotelkeuze) en dan dagtrips te maken. De hotels en veerdiensten naar de eilanden zijn notoir onbetrouwbaar, waardoor je zelfs het risico loopt je vlucht te missen.
Het ultieme eilandgevoel?
Volgens Henk zijn dat de Trang eilanden Koh Ngai, Koh Mook, Ko Kradan, Ko Libong en vooral Koh Lipe. Mooi, rustig met zowel wat basic als ook luxe verblijfsmogelijkheden en vriendelijke mensen zowel in de hotels als op de eilanden zelf. Wie rust zoekt en reist tussen november en april zit hier gebeiteld.
Het aller allermooiste eiland?
Wellicht Koh Tachai (Virgin eiland), midden tussen Surin en Similan in. Het eiland wordt wel de Malediven van Thailand genoemd. Geen slaapplekken, moeilijk bereikbaar en dus niet praktisch. Maar gelukkig blijft er zo wat te dromen over. Meer info? Local Hero Henk helpt je graag bij het organiseren van jouw eigen Thailand rondreis. Wil je meer inspiratie op doen? Bekijk dan eens onze top 5.
